Opdracht van de Hoge Raad :
Toezien op een harmonisering van de reglementaire
kaders die toepasselijk zijn op de verschillende onderdelen van de economische
beroepen, met respect voor de specificiteiten die eigen zijn aan elk beroep
Overeenkomstig artikel 54 van de wet van 22 april
1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, voortaan vervangen door artikel 79 van de wet van 17
maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur, bestaat de opdracht van de Hoge Raad voor de
Economische Beroepen erin om ertoe bij te dragen dat bij de uitoefening van de
opdrachten die de wet aan de (of bepaalde categorieën van de) economische
beroepen toevertrouwt en bij de verrichtingen van deze beroepsbeoefenaars, het
algemeen belang en de vereisten van het maatschappelijk verkeer worden in acht
genomen.
Zoals hierboven, aangegeven, is de
voorafgaande raadpleging van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen
verplicht wanneer de Raad van één van de twee Instituten een beslissing met
algemene draagwijdte moet nemen.
Indien het gevraagd
advies een aangelegenheid betreft die betrekking heeft op meer dan één beroep
of hoedanigheid, dan heeft het advies van de Hoge Raad een dwingend karakter
voor de instituten.
Noch het Instituut dat om het advies verzoekt,
noch de Hoge Raad voor de Economische Beroepen bepaalt of een dossier
betrekking heeft op één of meerdere beroepen of hoedanigheden. Twee categorieën
van beroepsbeoefenaars behoren overigens tot elk Instituut. In deze gevallen
zullen de aangelegenheden waarvoor een advies van de Hoge Raad voor de
Economische Beroepen nodig is, vaak leiden tot een advies dat volgens de eerste
regeling wordt uitgebracht.